Dat ik ben
De mens blijft zich maar eindeloos afvragen
wat toch de reden is van haar bestaan.
Waarom zij ademt, ploetert en blijft gaan.
Waarom zij vult met lief en leed haar dagen.
Haar antwoord van vandaag leidt tot méér vragen.
Dat wat ze weet lijkt ál, maar is niet veel,
raakt maar een klein aspect van het geheel
en feiten van weleer zijn al verslagen.
Het heeft geen zin om peinzend in het heden
op vaagheid antwoorden te vinden en
te ordenen de chaos uit ’t verleden.
Het geeft niet wat ik weet en wat ik ken.
Gewoon er zijn, beleven van het heden.
De reden dat ik ben is… dat ik BEN.
(PS: Ik weet dat ‘de mens’ grammaticaal mannelijk is, maar heb bewust gekozen voor de vrouwelijke vorm.)