Nederlandse Teksten

Hier vind je alle Nederlandstalige teksten bij elkaar.

BG 168 – De gil

Een ijzingwekkende gil sneed door de koude mistige nacht.
Ze schrok. Wat was dat? Een vrouw? Ze zette het geluid van de tv uit, hield haar adem in en luisterde.
Aanvankelijk hoorde ze niets, maar net toen ze weer moest ademen, klonk het gedempte geluid van wegrennende schoenen door de uitgestorven straat, gevolgd door een geladen stilte.

Wat moest ze doen? Naar buiten gaan om te helpen?
Had er echt iemand hulp nodig, of had ze zich die angstkreet maar verbeeld?
Ze deed de lichten uit in haar woonkamer en atelier. Nu scheen er enkel nog een zwakke strook licht van een straatlantaarn naar binnen, daar waar een van de rolluiken niet meer goed sloot. Ze liep erheen, bukte zich en tuurde door de opening naar buiten.

Op het eerste gezicht was er niets te zien.
Weer hield ze haar adem in om goed te kunnen luisteren.
Even dacht ze een nieuwe gil te horen, maar dat bleek het geluid te zijn van een uil in de populier achter het huis.
Aandachtig scande ze de voortuintjes aan de overkant, de lege straat, de strook gras met jonge eiken en opritten aan deze kant, de stoep.
Wacht, ze zag iets! Er lag iets op de stoep voor haar huis. Het had er nog niet gelegen toen ze eerder op de avond de rolluiken had gesloten.
Was het…, was het een mens?

Ze besloot om te gaan kijken.
Snel trok ze haar schoenen en jas aan, ze verliet het huis door de achterdeur en liep voorzichtig in het zwakke licht door de koude mist.
Wow! Uit! Het licht ging uit, net toen ze de voorkant van haar huis had bereikt!
Ach ja natuurlijk, de straatverlichting ging om deze tijd altijd uit. Meestal merkte ze dat niet omdat ze dan al naar bed was, in haar slaapkamer aan de achterkant van het huis.
Gespannen stond ze te luisteren, terwijl haar ogen zich langzaam aanpasten aan het weinige licht van de sterren.

Gekreun! Menselijk gekreun!
Er was geen twijfel meer mogelijk, daar lag iemand in nood.
Ze wilde snel de laatste paar stappen zetten die haar van de gedaante scheidden, maar haar benen kwamen niet in beweging. Iets, een signaal vanuit het primitieve gedeelte van haar brein, hield haar tegen.
Ze moest duidelijk maken dat ze hier stond, dat er hulp op komst was.
Ze schraapte haar keel. Toen daar geen reactie op kwam hoeste ze.
De figuur bewoog een beetje en kreunde weer.

Wat stond ze hier nu onnozel te aarzelen? Die mens had hulp nodig!
Ze zette de laatste stappen en bukte zich over de persoon in de dikke zwarte winterjas. ‘Gaat het?’ vroeg ze ongerust.
Nee, natuurlijk ging het niet. Niemand ging voor de lol ‘s nachts in de vochtige kou op de stoep liggen, duh.
De vrouw, ze zag nu dat het een oudere vrouw was, hief haar hoofd moeizaam naar haar op en kreunde onverstaanbaar.
‘Wat zegt u? Wees maar gerust, ik ben hier, ik zal u helpen.’
Terwijl ze zich op haar knieën liet vallen en zich nog dichter naar het slachtoffer toe bewoog, klemde die ineens met verbazend veel kracht twee handen om haar rechterpols. ‘Nu!’ riep de vrouw met luide stem.

De voetstappen die ze eerder gehoord had kwamen nu weer hun kant op rennen. En voor ze kon reageren sloten twee sterke handen zich om haar keel.
Na een korte worsteling verloor ze haar bewustzijn.

Sindsdien wonen er een oudere vrouw en een jongere man in haar huis. Ze gebruiken haar auto, haar bed, haar computer en haar bankrekening. En niemand lijkt er zich druk om te maken.

BG 167 – 100 Woorden Fictie

Haar broer

Een meisje en haar oma staan aan de kassa in de winkel.
Kassière: ‘Dus je broer is weer opgenomen?’
Meisje: ‘Ja. Spijtig.’
Kassière: ‘Maar hij is er wel aan gewend, hè? Nou ja, ik bedoel, hij is er al vaker geweest.’
‘Hij moet er blijven,’ zegt het meisje, haar smalle schouders optrekkend.
Kassière: ‘Doe de groeten aan je moeder.’
Oma: ‘Zullen we doen.’
Meisje: ‘Hij vindt het niet erg. Nou ja, wel erg, maar hij is het gewend. Hij moet daar blijven.’
Kassière: ‘Dat is jammer. Nou, dag hè!’
‘Daag!’’ huppelt het meisje vrolijk achter haar oma aan.

BG 165 – Naamsverwarring

Ik vermoed dat ik de enige Bea Graansma op de wereld ben.
En ook de enige Bregtje Graansma.

Bregtje is mijn doopnaam. Maar in mijn geboorteland Nederland bestaan er twee soorten officiële voornamen: je doopnaam/doopnamen en je eventuele roepnaam.
Een korte samenvatting van mijn geboorte-aankondiging: ‘Geboren: Bregtje Graansma, we noemen haar Bea’. Zo werd dat opgelost.
In de 43 jaar dat ik in Nederland woonde, heb ik dus altijd de voornaam Bea gebruikt.
Slechts bij hoge uitzondering, alleen in die gevallen waarin ik een uittreksel uit het bevolkingsregister nodig had, moest ik mijn doopnaam gebruiken.

Ik voel me Bea. Maar de naam Bregtje herinnert me wel aan …

Read More »BG 165 – Naamsverwarring

BG 164 – Trigger waarschuwing

Trigger waarschuwing: let op, dit stuk bevat inhoud die mogelijk een heftige reactie veroorzaakt bij lezers die daar gevoelig voor zijn.
Je bent dus gewaarschuwd!
En getriggerd…
Wel potverdomme, godskolere, tyfus!
Maar goed dat ik je daar al voor gewaarschuwd had…
Wat is er trouwens mis met heftige reacties tijdens het lezen?

BG 162 – Vruchtbaarheid

Overal op de wereld is het aantal spermacellen in mannen in rap tempo aan het verminderen. Dat is, als je even vergeet dat het een teken is dat mannen ook over het algemeen ongezonder worden, goed nieuws!
Onze planeet is tenslotte overbevolkt en daar willen we wat aan doen. Maar we kunnen niet voor god gaan spelen en besluiten wie er wel of niet kinderen mogen krijgen en hoeveel dan.
Dus, hoera, mannen worden massaal minder vruchtbaar!
Met een beetje geluk geeft dat ook een oppepper aan de emancipatie van de vrouw!
Veel vrouwen hebben tenslotte echt wel betere dingen te doen dan zwanger te zijn, kinderen te baren en luiers te verschonen.
En, laten we eerlijk zijn, de meeste vrouwen waren helemaal niet van plán om te trouwen, laat staan de rest van hun leven te delen, met die man die het per ongeluk lukte om hen zwanger te maken.

BG 161 – Wegomlegging

Belgen worden naar eigen zeggen ‘geboren met een baksteen in hun maag’. Waarmee ze bedoelen dat ze altijd maar aan het bouwen, verbouwen en renoveren zijn. Dat geldt niet alleen voor hun huizen, maar ook voor hun wegen.
Desondanks lukt het de Belgen maar niet om deugdelijke wegen te maken.

Ik kom uit Nederland, waar de wegen veel beter zijn en waar ook nog eens een veilig en uitgebreid fietspadennet is. Dat is waarom veel Belgen die van fietsen of motorrijden houden regelmatig naar Nederland trekken. Als Nederlander valt mij de bedroevende staat van de Belgische wegen derhalve extra op.

Zo wonen wij aan een straat die bedekt is met kinderkopjes of kasseien. Waarschijnlijk is dat bedoeld om het verkeer af te remmen, de maximum snelheid is hier tenslotte 30 km/uur, maar dat helpt niet, want …

Read More »BG 161 – Wegomlegging

BG 159 – Meneer Piet’s optimisme

Meneer Piet is al op leeftijd en heeft een flinke smak geld op zijn bankrekening staan, waarmee hij een aantal jaren geleden besloot iets nuttigs te gaan doen: hij koopt leegstaande kerken op.
Niet om er een of twee verdiepingen in aan te laten brengen en ze met veel winst door te verkopen als mooie antiekwinkel, bijzonder restaurant of luxe galerie.
Nee, hij koopt ze om te zorgen dat ze beschikbaar zijn voor als de mensen tot inkeer komen en beseffen dat ze ze weer voor hun originele functie nodig hebben…
Hij heeft er inmiddels 12 in zijn bezit en heeft zijn zinnen gezet op nog minstens 16 andere.

BG 158 – Het nieuwe jaar

Het nieuwe jaar went al. Ik denk niet meer per ongeluk nog in 2022 te leven. Ik heb de rotzooi van het vorige jaar bij het vuilnis gezet en de mooie dingen bewaard. Ik heb waardeloze spullen weggegooid en dat wat ik kan hergebruiken opgeslagen in mijn magazijn vol mogelijkheden. Ik koester het positieve en laat het negatieve achter me (maar eerst leer ik er lessen uit). Net als onvoorstelbaar grote sterrenstelsels en microscopisch kleine atomen blijf ik in beweging, als klein onderdeeltje van het immens grote en soms ook intiem kleine geheel, zolang ik nog wat tijd, kracht en energie over heb. Ondanks voortschrijdende slijtage, hoop ik nog wat meer jaarwisselingen mee te mogen maken. Samen met de uitgebreide, overweldigend mooie, geheimzinnige, unieke, en soms beklemmend zware wereld om me heen en in me – schop ik aan tegen, zet ik mijn tanden in, bedenk ik, creëer ik, sla ik mijn armen om, en bemin ik voorzichtig het jaar 2023.

BG 157 – Té eerlijk

In de vroege ochtend was ze vertrokken met het openbaar vervoer, vanuit haar woonplaats in het noorden van Nederland op weg naar het Mediapark in Hilversum, om auditie te doen voor de tv-quiz De Zwakste Schakel.

(Daarin beantwoorden kandidaten om de beurt in een snel tempo vragen die gesteld worden door een zogenaamd strenge presentratrice. Iedere kandidaat kan voordat hem of haar een vraag wordt gesteld op de knop drukken en ‘bank’ roepen om het tot dan toe bij elkaar gespeelde bedrag veilig te stellen. Bij een fout antwoord gaat de teller terug naar nul. Hoe langer de ketting van goed beantwoorde vragen, hoe hoger het te banken bedrag. Aan het einde van elke vragenronde schrijven de kandidaten op en lezen ze voor wie er volgens hen in die ronde de zwakste schakel was. De presentratrice brengt hier en daar een kandidaat op humoristische wijze in verlegenheid en vraagt vervolgens aan een of meerdere van hen waarom ze op diegene gestemd hebben. De bedoeling is dat ze daar een origineel en gevat antwoord op geven. Degene met de meeste stemmen valt af – ‘Met vier stemmen ben jij… De Zwákste Schakel! Daag!’ – en moet vervolgens beschaamd via het midden van de kring het spel verlaten. De volgende ronde wordt dus met een kandidaat minder gespeeld. De twee kandidaten die als laatste overblijven, spelen tegen elkaar om uiteindelijk het opgebouwde geldbedrag te winnen.)

De reis duurde lang en was vermoeiend, maar ze arriveerde op tijd. Nadat ze zich aangemeld had bij de receptie, kreeg ze een stapeltje papieren en een balpen uitgereikt en werd haar de weg gewezen naar een kantine, waar al tientallen mensen, alleen of in groepjes, aan grote ronde tafels zaten. Ze moest allemaal vragen invullen…

Read More »BG 157 – Té eerlijk

BG 155 – Haiku (NL)

de geur van winter
van tussen de bladzijden
en leder, het boek

BG 153 – Lettertype

Zij is een LETTERTYPE: ze houdt van lezen en van schrijven.

BG 152 – Vrouwen zijn beter

Vrouwen zijn beter!
Nee, niet beter dan mannen (net zoals mannen niet beter zijn dan vrouwen), maar vrouwen zijn beter, veel beter, dan ze denken te zijn.
De meeste mannen overschatten zichzelf, terwijl de meeste vrouwen zichzelf onderschatten. En dat houdt de scheve machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen in stand.
Als vrouwen zich zouden realiseren welke talenten ze hebben, over welke capaciteiten ze beschikken en wat hun mogelijkheden zijn, konden ze hun leven meer inhoud geven, meer voldoening vinden, onafhankelijker en gelukkiger zijn.
Ze zouden kunnen stoppen met zichzelf wegcijferen, met zwijgen om de lieve vrede, en met zich schikken in oneerlijke situaties, zowel privé, sociaal als op hun werk.
Vrouwen zijn beter, veel beter, dan ze zich realiseren.

(Ik ben mij ervan bewust dat niet ieder mens zich voelt passen in de hokjes vrouw of man en respecteer dat, maar dat onderwerp is hier niet aan de orde.)

BG 150 – Juichend Jukbeen (Tautogram)

jawel ja, juist ja, jij joh
jouw just-in-time justifiëren
je juichende junior joyrijden
je joviale jaszak, je junkmail

jouw jeukerige, jaknikkende janboel
je jawoord, jouw joggingbroek, jullie juwelen
je jachtstoet, jachthaven, je jazzy jubeltenen
jijzelf, jij jengelt je jaaropgave

jullie jeugdige junkfood – jemig – jetlag
je juistheid, je jeugdwelzijnsbeleid
jullie juridische jaarafsluiting
je jugenstil jubileumnummer

jouw jeukende juxtapositie
jawel ja, juist ja
je juichend jukbeen

BG 148 – Populistische politici

Het politieke debat was ooit een – strijdbare – uitwisseling van standpunten en argumenten om als volksvertegenwoordigers tot een overeenstemming te komen in het belang van het volk. Tegenwoordig lijkt het vooral een podium voor megalomane narcisten (spiegelbeeldliefhebbers met grootheidswaanzin) om zichzelf te presenteren aan hun achterban.

Populisten zijn mensen die je manipuleren (je bang maken en geruststellen) in hun eigen belang en ten bate van hun eigen populariteit, door middel van leugens. Gelukkig eindigt een democratie niet zodra populistische leiders onwaarheden vertellen. Het grootste deel van de politiek en de journalistiek blijft gewoon doen wat het moet doen en blijft weerwoord bieden. Dat geeft ook het volk de gelegenheid door schaamteloze onjuistheden heen te prikken.

Het is niet uit kwaadaardigheid dat mensen …

Read More »BG 148 – Populistische politici

BG 147 – Herfst, herfst, wat heb je te koop?

Lang geleden, in de jaren zestig, toen ik op de kleuterschool zat, leerden wij een liedje dat ik nog iedere herfst vaak geluidloos neurie. Het gaat als volgt:
‘Herfst, herfst, wat heb je te koop?’
Rare vraag toch? Dus ook toen al waren we overdreven bezig met commercie.
‘Honderdduizend blaadren op een hoop.’
Honderdduizend was synoniem voor ‘veel’. Heeeeel veeeeel bladeren op een hoop. Of eigenlijk op meerdere hopen. Hopen die niet lang bleven liggen, want, zo gaat het verder:
‘Zakken vol met wind.’
Zakken vol met wind? Zákken vol met wind? Het lijkt me dat de schrijver van de tekst hier echt de kluts kwijt was. Die bladeren, die deed je soms in zakken om ze af te voeren, maar de wind, die zat toch niet in zakken? Of de liedjesschrijver nu vuilniszakken of onze jas- of broekzakken bedoelde, er zat geen wind in.
De wind woei vrij om ons heen, blies ons bijna ondersteboven, bulderde ‘s nachts om ons huis, husselde onze haren door elkaar, liet onze ogen tranen en onze neuzen lopen. Maar wind in zakken? Ik denk het niet.
Dus: ‘Zakken vol met wind …

Read More »BG 147 – Herfst, herfst, wat heb je te koop?

BG 145 – 100 Woorden Fictie

Twee treden

Hij brak bijna zijn nek toen hij ‘s avonds laat op het houten opstapje voor de boekenkast op de tenen van één voet reikte naar een dik oud boek op de bovenste plank. Toen hij zijn evenwicht hervonden had en weer stevig op het trapje stond, sloeg hij het boek op een willekeurige plaats open. Vreemd genoeg voelde het of de opengeslagen pagina de hele avond al aan hem had geroepen. De tekst beschreef een oudere man die opgewonden in een antiek boek bladerde en er bijzonder waardevolle informatie in ontdekte, vlak voordat hij een dodelijke val maakte.

BG 144 – Willekeurige Vragen

Mag ik je iets vragen? Kun je zeggen hoeveel kanten een kamer heeft? Heb je de binnen- en buitenkant meegeteld? Draag je een trouwring? Zo niet, zou je een trouwring willen dragen? Vind je kikkers leuk of walgelijk? Kun je schaken? Beoefen je een teamsport? Eet je graag broccoli? Zou je graag broccoli eten als het oranje was?

BG 142 – Zinvol

Ze had haar zinnen erop gezet en was niet van het idee af te brengen, ze zou en moest ze kopen, ook al moest ze er eerst nog maanden voor sparen, en ik begreep het maar niet, en zij begreep mij dan weer niet, bozig, en ik begreep niet waarom ze zichzelf bewust gehandicapt wou maken, zich kwetsbaar wou maken, waarom ze zich zo wou beperken dat ze niet meer snel weg kon komen als dat nodig mocht zijn, waarom ze ervoor zou kiezen om niet meer te kunnen lopen of staan zonder te wankelen en zonder pijn, en zij vond dat grote onzin, waarom ze voortaan alleen nog aan de arm van iemand anders, waarschijnlijk van een knappe man, over oneffen straatstenen zou willen lopen, wat haar een goed idee leek, en waarom ze vond dat ze veel aantrekkelijker zou zijn als ze haar lichaam in een onnatuurlijke houding dwong, maar ze vond dat dat wel meeviel; en waarom ze toch zo nodig tien centimeter groter wou lijken, want wat was er nou eigenlijk mis met haar eigen lengte en houding, ze vond zichzelf te klein en te onopgemerkt; en ik begreep maar niet waar ze dat ongemak en die pijn voor over had, waarom ze voortaan na het uitgaan vloekend die dingen in een hoek zou smijten en keer op keer haar nieuwste blaren en wonden zou verzorgen, maar zij vond dat belachelijk want sterk overdreven; en ik begreep maar niet waarom ze zoveel geld wilde uitgeven aan dingen die slecht waren voor haar lichaam: voor haar voeten, haar gewrichten, haar ruggenwervels en nekwervels; omdat ze zo mooi waren, beweerde ze; en ik begreep maar niet waarom ze dacht dat ze alle aandacht waar ze naar smachtte zou krijgen, en dat vond ze een gemene steek onder water, als ze voortaan haar voeten zou persen in veel te dure schoenen met torenhoge naaldhakken; en wat daar dan toch mis mee was, vroeg ze, en waar ik me toch mee bemoeide, vroeg ze bozer, en ik vroeg haar wat er dan toch mis was met gewoon zonder fratsen en zonder pijn te kunnen lopen, en wat er mis was met comfortabel in je eigen lijf zitten en met mensen, mannen, zonder onnodige kwetsbaarheid en onderdanigheid, maar juist sterk en trots tegemoet te treden; maar ik denk dat ze me al niet meer hoorde.

BG 141 – Het Schommelrijk

‘Niet te hoog op die schommel!’ riep een onbekende mannenstem achter haar. Maar ze trok zich er niets van aan. De constructie kraakte af en toe, maar kon haar bijna volwassen lichaam prima dragen. Met haar handen stevig om de ruwe touwen, zittend op het gladgesleten eiken plankje, zwaaide ze haar benen recht naar voren en hangend in de touwen met de wind door haar haren ging ze alsmaar hoger en hoger.
Op het hoogste punt had ze even het gevoel dat haar ingewanden een sprongetje maakten, daarna zwaaide ze achteruit weer naar beneden. Voorbij het laagste punt trok ze haar voeten omhoog richting het plankje. Hoog achteraan hing ze een fractie van een seconde stil voordat ze met nog meer vaart en gestrekte benen trekkend aan de touwen weer naar voren zoefde.

Alsmaar hoger en hoger ging ze. Ze had het gevoel dat ze vloog, dat ze vrijkwam van de grond, van dit speelplein, van haar oude buurt, van haar bekrompen thuis.
Woehoe! Hoger en hoger! Naar voren – strekken, naar achteren – vouwen.
Strekken – vouwen, strekken – vouwen, strekken – vouwen.
Ze kon al over de bomen in de verte kijken en er miniatuurhuisjes zien staan en kleine autootjes en mensjes zien bewegen.
Een gevoel van ultieme vrijheid overspoelde haar.

‘Niet zo hoog op die schommel!’, riep diezelfde mannenstem achter haar. Oh nee? …

Read More »BG 141 – Het Schommelrijk

BG 140 – Haiku (NL)

hoofd in telefoon
nog net op tijd ontweken:
homo appicus

BG 138 – Jouw weg

Vergelijk jezelf met wie je gisteren was, niet met wie iemand anders vandaag is. Jij bent die ander niet. Die ander volgt niet hetzelfde pad als jij en neemt niet dezelfde afslagen. Maak je eigen keuzes. Keuzes die jou brengen naar waar jij heen wilt, of wegbrengen van waar jij niet langer wilt zijn. Vergelijk jezelf met wie je gisteren was en kijk of je vandaag op de goede weg bent. Jouw goede weg.

BG 137 – Doorsnee stadsmensen

zie ze gaan
tussen de huizen
kantoren, flatgebouwen, hoogbouw
over asfalt, langs beton
gejaagd, gehaast, gestrest
constant omgeven door
lawaai, licht, drukte
verkeer, commercie
files, luchtvervuiling
hun blik en aandacht op
hun elektronica

zich amper nog bewust van
hun eigen innerlijk, laat staan
van de natuur, van het
wonder van het universum
dat hen omringt
van het leven zelf …

Read More »BG 137 – Doorsnee stadsmensen

BG 136 – Muziek en Tijd

Eén van de redenen waarom wij mensen zo van muziek houden, is dat we daarmee grip krijgen op de tijd. De tijd die ons vaak een machteloos gevoel geeft, door meedogenloos voorbij te vliegen. Met muziek grijpen we hem vast, verbinden we hem aan tonen, aan ritmes en aan melodieën. We geven structuur aan de tijd en arrangeren die zo dat we ervan kunnen genieten. De basis van muziek is meestal een fundamenteel ritme, net als onze hartslag, of, op een grotere schaal, het komen en gaan van uren, dagen en seizoenen. Dat ritme, die variabele beat, dicteert het tempo en houdt de tijd voor ons bij. Juist omdat het leven zo vluchtig is, houden we van nature van patronen en herhalingen, van herkenbare ritmes en arrangementen en van onverwachte afwijkingen daarvan. Muziek heeft invloed op onze hartslag en maakt emoties bij ons los. We kunnen met behulp van muziek onze perceptie van de tijd beïnvloeden en die naar ons eigen genoegen vormgeven. En we kunnen, in tegenstelling tot de kloktijd, die alweer achter ons ligt voordat we ons van hem bewust zijn, muziek telkens opnieuw beleven wanneer we maar willen.

BG 133 – Bijzonder Compliment

Bijzonder compliment van de adjunct-directeur, toen zij zijn secretaresse was en met hem zijn post doornam:
‘Wacht even, stop met werken, dit wil ik je al een hele tijd vragen: waarom zit jij aan die kant van het bureau en niet aan mijn kant?’

BG 132 – 100 Woorden Fictie

Rotboom met schijtvogels

Liggend op zijn rug, in het jonge gras, onder de krulhazelaar.
De takken bewegen sierlijk in de wind. De bladeren zijn frisgroen, de lucht erboven lichtblauw, de schapenwolkjes schattig wit.
Hij sluit het lawaai van de stad buiten, concentreert zich op het gekwetter van de vogels.
Eksters, ekster-vogels. Er zit elke dag een tweetal in de krulhazelaar.
Elke dag dezelfde? Hij weet het niet, hij kent ze niet uit elkaar.
Ze zal niet meer komen. Vandaag niet, morgen niet, heel de zomer niet.
Ze zal de ekster-vogels nooit meer met hem zien.
Godverdomme, precies in zijn oog!

BG 130 – Onze hebzucht beteugelen

Wat als we stoppen met het produceren en consumeren van veel overbodige producten? Die producten die alleen maar geproduceerd worden om de economie gaande te houden en de oneindig diepe zakken van de rijke industriëlen te vullen. Vooral wegwerpproducten.
Wat als we ons focussen op dat wat we écht nodig hebben en dat op een zo duurzaam mogelijke manier produceren?
Dat we afwegingen maken: beter wat meer van dit en wat minder van dat.
Op het aardoppervlak dat we nu gebruiken om vlees te produceren, vooral rundvlees, kunnen we honderd keer zoveel plantaardig voedsel verbouwen.
Daarmee halen we ook nog eens veel koolstof uit de lucht, in plaats van er meer aan toe te voegen.
We hoeven niet persé vegetariër te worden, tenslotte zijn we van nature omnivoren, maar een aantal dagen per week zonder vlees zullen ons geen kwaad doen, als we ervoor zorgen dat we de voedingsstoffen die we op die manier missen via andere producten binnenkrijgen.
Wat als we streven naar een circulaire economie, waarin afvalstoffen de grondstoffen vormen voor het produceren van andere, duurzame producten?
Waarin we dat wat we niet meer nodig hebben …

Read More »BG 130 – Onze hebzucht beteugelen

BG 129 – Waarom gezond?

Ik heb nog in een tijd geleefd waarin je je
moest verantwoorden voor gezond leven,
in plaats van ongezond.
Een tijd waarin je onbeperkt at en snoepte,
want diabetes was alleen voor oude mensen,
en jij was van nature slank.
Een tijd waarin je met sterke argumenten
moest komen om niet te roken
en om te weigeren alcohol te drinken,
(en om veel boeken te lezen en
met plezier je huiswerk te doen.)
Gezond leven was toen nog voor watjes.

BG 128 – Bijzonder Compliment

Bijzonder compliment van een bezoeker:
‘Ik heb je Blog bekeken en vind hem mooi en interessant!
Maar het lijkt of er iets fout gaat als ik ernaar kijk: ik zie alleen maar zwart en wit en grijs, de kleuren lijken verdwenen.
Dat kun je beter in orde maken.’

BG 126 – Liefde voor taal

Veel mensen lezen niet graag meer.
Boeken, lange teksten, laat maar!
Geef ons maar passief vermaak
en korte samenvattingen.
TLDNR (too long, did not read).

We zitten liever op sociale media,
we gamen liever, we kijken films,
we streamen series.
Daar is niks mis mee. Maar…
we lezen niet (graag) meer.
Daardoor verliezen we taalvaardigheid
en ons plezier in lezen.

We raken achter …

Read More »BG 126 – Liefde voor taal

BG 125 – 100 Woorden Fictie

Nieuwe route

Deze keer was alles anders. De route, het gevoel, de aankomsttijd, de bestemming. Ze liep langs het verlaten spoor en voelde de koude regen, maar in de verte was er altijd de bergtop, soms gehuld in mist of verwaterd door regen, vaker zilvergrijs glinsterend in de verre zon, ook al liep ze zelf in de schaduw. De vorige keer, op de vorige route, was ze hij. Hij liep, ergens anders heen, in een andere tijd, naar een ander lot. Aanvankelijk was vandaag veelbelovender, uitdagender, maar uiteindelijk toch weer gewoon, als altijd. Zij liep dichtbij waar hij vroeger liep.