douane

BG 63 – 100 Woorden Fictie

Ze waren zogenaamd smokkelaars

Dat ze smokkelaars waren, had ze gezegd, dat dat ‘oeh’ spannend was! Dat ze moesten uitkijken voor de douane. Hij wist niet wie dat was, de douane. Gelukkig had ze gezegd dat ze terug zou komen, later, om hem te halen. Hij had haar geloofd. Dat ze zijn jas had moeten meenemen natuurlijk, als bewijs. Het was koud. Dat hij de weg kon vinden door te kijken aan welke kant van de boomstammen het mos groeide. Maar het was donker. Ze zou terugkomen, om hem te halen. Hij wist niet zeker of hij haar nog geloofde.