BG 183 – Haiku (NL)
opeens door gaten
in het frisgroen bladerdak
felle zomerzon
opeens door gaten
in het frisgroen bladerdak
felle zomerzon
de geur van winter
van tussen de bladzijden
en leder, het boek
Regen,
donkere luchten,
donderslagen en bliksemschichten,
woest vallende kleurrijke bladeren.
Herfst!
Rain,
dark skies,
thunder and lightning,
ferociously falling colorful leaves.
Autumn!
hoofd in telefoon
nog net op tijd ontweken:
homo appicus
tussen de rommel
van de laatste winterstorm
schuchtere krokus
De wereld is bedekt met wit als ik mijn bed uitkom.
Het gras verloor tijdelijk zijn groen en schenkt bescheiden schitterlicht.
Vlak en strak is plots het dak, van huizen en garages.
Geparkeerde auto’s zijn met kille glitters ingepakt.
En ieders adem wolkt en wolkt vooruit.
Het zou zo koud niet moeten zijn, die magisch witte wereld.
Na rijp beraad verdwijnt de stilte van de schittering.
Rijpt de ochtend tot een bijzonder alledaagse dag.