kinderen

BG 147 – Herfst, herfst, wat heb je te koop?

Lang geleden, in de jaren zestig, toen ik op de kleuterschool zat, leerden wij een liedje dat ik nog iedere herfst vaak geluidloos neurie. Het gaat als volgt:
‘Herfst, herfst, wat heb je te koop?’
Rare vraag toch? Dus ook toen al waren we overdreven bezig met commercie.
‘Honderdduizend blaadren op een hoop.’
Honderdduizend was synoniem voor ‘veel’. Heeeeel veeeeel bladeren op een hoop. Of eigenlijk op meerdere hopen. Hopen die niet lang bleven liggen, want, zo gaat het verder:
‘Zakken vol met wind.’
Zakken vol met wind? Zákken vol met wind? Het lijkt me dat de schrijver van de tekst hier echt de kluts kwijt was. Die bladeren, die deed je soms in zakken om ze af te voeren, maar de wind, die zat toch niet in zakken? Of de liedjesschrijver nu vuilniszakken of onze jas- of broekzakken bedoelde, er zat geen wind in.
De wind woei vrij om ons heen, blies ons bijna ondersteboven, bulderde ‘s nachts om ons huis, husselde onze haren door elkaar, liet onze ogen tranen en onze neuzen lopen. Maar wind in zakken? Ik denk het niet.
Dus: ‘Zakken vol met wind …

Read More »BG 147 – Herfst, herfst, wat heb je te koop?

BG 29 – Mona

Papa papa papa
papa papa!
Ja, zoeteke?
Ik ga vliegen papa papa.
Goed zo.

Ze zet af en springt omhoog
vliegt dan met een grote boog …

Read More »BG 29 – Mona