maar één zin

BG 102 – Zinvol

Omdat je als je opstaat alsmaar langer, maar korter ook, op de stoel gezeten, dat je de dingen vanuit een hoger perspectief, maar vanuit een kleinere hoek, van omhoog, naar naar beneden, ja, twee keer naar, bekijkt, maar net niet ziet, omdat je als je opstaat en alsmaar langer wordt, blijft, blijft op dezelfde plaats; je kunt je voorstellen dat je neer, dat je naar beneden, of weer op de stoel misschien zelfs, maar echt niet te lang, en toen zei ze, want je moet nog, jij, vandaag, nog zoveel doen en bedenken, en toen zei ze, maar daarvoor heb je, dat je geen tijd hebt om op, nee néér, om op néér te zitten, maar je moet nu eigenlijk gaan, of te dalen, maar dat je vandaag, dat je nu, liever opdaalt dan neerstijgt.