mauw

BG 48 – Onze katten en de achterdeur

Two grey striped cats on a windowsill.

Leo & Daisy


Onze grijsgestreepte katten, we hebben er twee, zijn natuurlijk lief, maar ze kunnen ook behoorlijk irritant zijn, vooral als het slecht weer is.
Ze mauwen dan tientallen keren per dag: ‘zeg, doe je de achterdeur voor me open?’, waardoor ik me maar met moeite ergens op kan concentreren. Probeer ik hun gemauw te negeren, dan wordt het alsmaar luider en dwingender: ‘zeg mens, doe je nu eindelijk die deur voor me open?’.
Zijn ze binnen, dan kan ik ze tijdelijk afleiden door met ze te spelen. Dat gaat meestal zo: ik speel met een kattenspeeltje en zij kijken er verveeld naar. Soms geven ze er sloom een tikje tegenaan om van het gedoe af te zijn.
Dat vriendelijk beginnende, maar steeds dwinger wordende mauwen doen ze afwisselend binnen en buiten. Als ze binnen zijn willen ze naar buiten en als ze buiten zijn willen ze naar binnen.
Regent het, of ligt er sneeuw, dan mauwen ze moord en brand om naar binnen te mogen. Dat mag pas als ik met een oude handdoek hun pootjes heb schoongemaakt.
Vijf minuten later zijn ze alweer vergeten dat het buiten nat en koud was en begint het gedoe weer van voren afaan: ‘Mag die deur open? Mauw? Maauuw? Maaaaaaauuuuw!’
Had ik al gezegd dat we er twee hebben? Ze wisselen elkaar af.