proza door BeaG

BG 130 – Onze hebzucht beteugelen

Wat als we stoppen met het produceren en consumeren van veel overbodige producten? Die producten die alleen maar geproduceerd worden om de economie gaande te houden en de oneindig diepe zakken van de rijke industriëlen te vullen. Vooral wegwerpproducten.
Wat als we ons focussen op dat wat we écht nodig hebben en dat op een zo duurzaam mogelijke manier produceren?
Dat we afwegingen maken: beter wat meer van dit en wat minder van dat.
Op het aardoppervlak dat we nu gebruiken om vlees te produceren, vooral rundvlees, kunnen we honderd keer zoveel plantaardig voedsel verbouwen.
Daarmee halen we ook nog eens veel koolstof uit de lucht, in plaats van er meer aan toe te voegen.
We hoeven niet persé vegetariër te worden, tenslotte zijn we van nature omnivoren, maar een aantal dagen per week zonder vlees zullen ons geen kwaad doen, als we ervoor zorgen dat we de voedingsstoffen die we op die manier missen via andere producten binnenkrijgen.
Wat als we streven naar een circulaire economie, waarin afvalstoffen de grondstoffen vormen voor het produceren van andere, duurzame producten?
Waarin we dat wat we niet meer nodig hebben …

Read More »BG 130 – Onze hebzucht beteugelen

BG 102 – Zinvol

Omdat je als je opstaat alsmaar langer, maar korter ook, op de stoel gezeten, dat je de dingen vanuit een hoger perspectief, maar vanuit een kleinere hoek, van omhoog, naar naar beneden, ja, twee keer naar, bekijkt, maar net niet ziet, omdat je als je opstaat en alsmaar langer wordt, blijft, blijft op dezelfde plaats; je kunt je voorstellen dat je neer, dat je naar beneden, of weer op de stoel misschien zelfs, maar echt niet te lang, en toen zei ze, want je moet nog, jij, vandaag, nog zoveel doen en bedenken, en toen zei ze, maar daarvoor heb je, dat je geen tijd hebt om op, nee néér, om op néér te zitten, maar je moet nu eigenlijk gaan, of te dalen, maar dat je vandaag, dat je nu, liever opdaalt dan neerstijgt.

BG 91 – Zinvol

Het was haar opgevallen dat de jongere vrouw in de hoek van de benauwde woonkamer telkens een beetje zat te schuifelen op de haar toegewezen strenge harde stoel, en dat ze gedurende de lange saaie gesprekken van de oudere dames om haar heen, die zich tussen het praten door koelte toewapperden, danwel wensten dat zij iets hadden meegenomen om zich koelte mee toe te kunnen wapperen, afwisselend de bandjes van haar bh onopvallend herschikte en op het scherm van de in haar handpalm verborgen telefoon hoopvol speurde naar binnengekomen berichtjes, onderwijl de schijn ophoudend van buitengewoon goed te luisteren en het al knikkend en glimlachend beleefd eens te zijn met wat het ook was dat de oudere vrouw die haar op dat moment vertrouwelijk toesprak – zucht – stellig beweerde.