BG 122 – Een thriller in 33 woorden
Zijn hart klopte snel en zweet prikte in zijn ogen.
Hij drukte zijn rug tegen de rotswand en hoorde het gesteente vallen.
Zijn schoenen vonden nog net houvast op het overgebleven stukje richel.
Zijn hart klopte snel en zweet prikte in zijn ogen.
Hij drukte zijn rug tegen de rotswand en hoorde het gesteente vallen.
Zijn schoenen vonden nog net houvast op het overgebleven stukje richel.
De voetstappen achter haar in het donker waren gelukkig gestopt. Ze haalde opgelucht adem. Twee straten nog, dan was ze thuis. Plotseling sloten sterke handen zich om haar hals. Ze zag een kousevoet.