tuin

BG 70 – 100 Woorden Fictie

Ook al is dat niet zo

Je hebt gezegd dat je – ja hoor – graag een keer in een tentje in de tuin kampeert. Dat je dat leuk vindt, zo bijna onder de blote hemel, met je bijna blote lijf, als het zo warm is als nu. Je hebt gezegd dat je er – ja natuurlijk – mee door wilt gaan, ook al heeft je vriendin afgezegd. Je hebt gezegd dat je geen problemen hebt met kriebelende en zoemende beestjes en dat je prima slapen kunt op zo’n dun matrasje op de oneffen ondergrond.
En dat je ’s nachts gelukkig nooit hoeft te plassen.

BG 6 – Twee eksters

Er zitten vaak twee eksters in onze tuin. Ik denk tenminste dat het eksters zijn, ik heb niet veel verstand van vogelsoorten. We hebben ook twee katten, dat komt goed uit, één voor elke ekster. Al vanaf dat de katten klein waren, vier jaar geleden, komen de eksters hen regelmatig treiteren. Ze wachten op de rand van het garagedak tot ze een ideale kans zien om laag over de koppen van de katten heen te scheren om ze flink te doen schrikken. Het werkt elke keer. Zeker bij onze kater Leo, die niet erg heldhaftig is. Zijn zusje Daisy ondergaat het meer stoïcijns. Of het steeds dezelfde twee eksters zijn valt nog te bezien. Ken jij eksters uit elkaar? Ik ook niet. Misschien dat ze de traditie steeds aan een nieuw stel doorgeven. Hoe dan ook, al vier jaar lang laten een paar eksters onze katten steeds opnieuw schrikken en Leo trapt er nog elke keer in.