BG 189 – Een thriller in 33 woorden
Hij had heerlijk diep geslapen en knipperde met zijn ogen tegen het felle licht.
Toen hij zich tevreden probeerde om te draaien, bleken zijn polsen vastgebonden.
Verschrikt keek hij in een kwaadaardig gezicht.
Hij had heerlijk diep geslapen en knipperde met zijn ogen tegen het felle licht.
Toen hij zich tevreden probeerde om te draaien, bleken zijn polsen vastgebonden.
Verschrikt keek hij in een kwaadaardig gezicht.
Zijn hart klopte snel en zweet prikte in zijn ogen.
Hij drukte zijn rug tegen de rotswand en hoorde het gesteente vallen.
Zijn schoenen vonden nog net houvast op het overgebleven stukje richel.